Ik kijk naar buiten

Ik kijk naar buiten
Vraag me af wat ik zie
Bedrog… leugens
Wie ziet de waarheid nog

Het leven is niet wat het lijkt
De zon, de hemel, de sterren en de maan
Ik vraag me af wie het weet
Of wie zich gewoon laat meeslepen

Ik kijk naar buiten
Zie mens en dier
Allemaal even ver weg van hier
En toch zo dichtbij

Zijn het leugens
Is het bedrog
Wie ziet de waarheid nog
Door dit troebele raam

Ik ben een denker

Praten doe ik nauwelijks
Actief zijn komt niet veel voor
Ik ben een denker
en ik denk…

Mensen zijn vaak doortrapt
Geslepen, zelden eerlijk
Wie mij kent, kent geen ander
zoals iemand ook kan zijn

Ik kijk naar de mensen
Doorgrond ze diep
Ik ben geen prater
observeer en denk…

Wie kent de ware persoon
Die glimlacht achter een masker
Een masker van geluk
en soms pijnloos verdriet

Ik ben geen prater
Ik ben een denker
Ik observeer jou
en weet… dat ik je niet vertrouw

Boek met levensverhaal

Een boek geschreven
maar dicht gebleven
Nooit gegeven
aan iemand in dit leven

Mijn boek van binnen
kan alleen ik beminnen
Het is niet te winnen
of schrijfbaar in zinnen

Een boek met mijn levensverhaal
geschreven in mijn eigen taal
Iedereen die hierin verdwaal
begrijpt mij helemaal

Maar het boek is niet te lezen
omdat er geen woorden mochten wezen
Mijn gevoel zal nooit genezen
en dat is precies wat men zal vrezen

Een boek over de mens
in zijn feiten en wens
Zie het door mijn lens
en je voelt het in je pens

Mijn boek klopt helemaal
de mens is slecht in z’n totaal
Pijn en verdriet kennen we allemaal
en liefhebben doen we minimaal

Dit ben ik

Dit ben ik
Gesloopt door ’t leven
Verbitterd door de mens

Opzoek naar vrijheid
Die er niet is
Zoals ik hem wil

Doen en laten
Wat ik wil
Zonder dat een ander me kwetst

Dit ben ik
Geen gevoel
Teveel verstand

Gelukkig zal ik nooit zijn
Alleen met mn eigen ik
Het leven voegt alleen ellende toe

De mensheid is gemeen
Doortrapt en nooit alleen
Vrede en vrijheid kennen ze niet

Eenzaam maar gelukkig
Gevoelloos maar tevree
Dit ben ik…

Overvol hoofd

Ik tast in mijn hoofd
Kan geen grip krijgen op m’n gedachtes
Ze razen, kris-kras door elkaar
En op een rij krijg ik ze niet

Geluid past er niet meer bij
Deze doet mij duizelen
Evenals menigte mensen en verkeer
M’n hoofd is vol

Maar te vol met wat
Tevergeefs grijp ik in het rond
M’n handen blijven leeg
En m’n hoofd overvol

Geen verandering

Ik had gehoopt dat ik met de rechtzaak
Een hoofdstuk voorgoed kon sluiten
Waarom voel ik geen verandering
Waarom voel ik mij hetzelfde

Volgende week is de uitspraak
Misschien verandert dat wat
Misschien kan ik dan eindelijk
Het verleden een plaatsje geven

Maar misschien geeft ook dit
Geen verandering of iets dergelijks
Misschien moet ik blijven knokken
Het verleden van me af slaan

Alles opzij duwen
En uiteindelijk het geluk zien
Waar ik al die tijd naar verlangde
Uiteindelijk gelukkig zijn

Daar leven we toch voor
Voor ons eigen geluk
Misschien is me dat ontnomen
Waar leef ik dan voor?

Te moe

Ik heb geen lichtpuntje om op af te gaan
Ik heb geen bereikbaar streven
Ik heb geen pad om te volgen
Ik heb alleen maar een wens

Is wensen streven
Nee, ik wens gelukkig te worden
Maar ik streef nergens naar
Ik heb geen lichtpuntje om naar te streven

Zelfs geluk is duister
Want meer is er niet om me heen
Alleen duister, en daar ergens in
Ligt het geluk dat ik wens

Ik weet het is hier ergens
Het is hier ergens vlakbij mij
Maar ik kan het niet zien
Ik kan het niet voelen

Misschien moet ik zoeken
Gewoon kriskras door het duister
Niet wetend waarheen
Niet wetend wat ik vind

Maar ik ben te moe om te zoeken
Te moe om te vinden
Zelfs te moe om te wensen
En helder te denken…